Ingebruikname indicatieregister Wlz bevordert efficiënte gegevensuitwisseling
Cliënten in de langdurige zorg hebben behoefte aan meer overzicht en inzicht in hun eigen zorginformatie en zorgproces. Voor zorgprofessionals zijn minimale administratieve lasten en tijdige, volledige en betrouwbare informatie over langdurige zorg en hun cliënten van belang. De ingebruikname van het indicatieregister Wlz van het Actieprogramma iWlz op 5 juli 2023 brengt deze efficiëntere gegevensuitwisseling een stap dichterbij. En dat is goed nieuws voor cliënten, zorgaanbieders, zorgkantoren en andere Wlz-partijen.
In de afgelopen jaren is gewerkt aan een technisch ingewikkeld en lang proces. Het Actieprogramma iWlz werkt aan een nieuwe manier om gegevens over Wlz-zorg uit te wisselen. Dit netwerkmodel vervangt het huidige estafettemodel waarvan nu gebruik wordt gemaakt in het berichtenverkeer door partijen in de langdurige zorg. Van het doorgeven van informatie naar het ophalen van informatie uit één bron. Bij dit proces zijn veel partijen betrokken. Programmamanager Eduard Renger: “Samen willen we allemaal betere afstemming en overzicht, en cliënten inzicht geven in hun eigen zorginformatie. Dat is het hogere doel.”
Succesvolle pilot met zorgaanbieders en zorgkantoren
De livegang van het Indicatieregister markeert het begin van de ingebruikname van meer registers. Aan de bron eenmalig vastleggen en via een netwerk met elkaar delen en meervoudig gebruiken, gaat ook op voor gegevens van cliënten, zorgbemiddeling en zorglevering. Eduard: “Die registers zijn de volgende die we beschikbaar willen stellen. Daarbij zetten we bevindingen en ervaringen in die we met alle koplopers hebben opgedaan tijdens de bouw- en testfase.”
Zorgkantoren zijn aangesloten bij het Actieprogramma iWlz omdat goede digitale gegevensuitwisseling helpt bij het organiseren van passende langdurige zorg. Een aantal zorgkantoren is als koploper betrokken en nam deel aan een pilot met het indicatieregister.. De zorgkantoren DSW, Salland en Menzis, CIZ en een aantal zorgaanbieders zijn de koplopers. Zij wisselden in een proefopstelling geruime tijd gegevens uit alsof het live was. Laurens Rupert, programmamanager bij zorgkantoor Menzis vertelt hierover: “Bij Menzis is de cliënt de primaire focus. Het principe om de cliënt de regie over zijn eigen proces te kunnen geven met het netwerkmodel is de belangrijkste overweging om over te gaan. Positief om te zien is dat we in de Wlz-keten gericht zijn op samenwerking, juist ook met andere zorgverzekeraars. De opzet van het netwerkmodel is erg goed, het is belangrijk om altijd terug te kijken naar de principes waarop dit model is gestoeld. Het beste advies dat ik kan geven bij de instap in dit mooie programma is: zoek de verbinding met de andere partijen in de keten. De juiste kennis is altijd te vinden, het wiel zelf uitvinden kost veel meer inspanning.”
Ook technisch projectleider Emiel Delvaux van zorgkantoor DSW is positief over het netwerkmodel: “In de afgelopen jaren is het steeds duidelijker geworden dat wij langzaam tegen limitaties van het estafettemodel aanlopen. Wat opvalt bij de overstap op het netwerkmodel is dat het technisch complexer is geworden. Maar ons idee is wel dat het gebruikersgemak is verbeterd.
Stap voor stap overstappen
Na de ingebruikname van het indicatieregister door de koplopers kunnen ook de andere zorgkantoren gaan aansluiten. Zij bepalen zelf, binnen bepaalde grenzen, het moment waarop ze dit doen. Het Actieprogramma gaat nu samen met de koplopers en betrokken partijen aan de slag met de opzet en realisatie van het tweede register, het zogenaamde bemiddelingsregister. Het bemiddelingsregister bevat gegevens over de door zorgkantoren toegewezen te leveren zorg in natura en of er sprake is van PGB. Gegevens in het bemiddelingsregister kunnen geraadpleegd worden door alle partijen die op basis van wettelijke grondslagen daartoe bevoegd zijn.
Lees meer over het Actieprogramma iWlz en het indicatieregister op de website van Zorginstituut Nederland.
Uitgelichte artikelen
Drie digitale gezondheidsapps krijgen in 2025 ondersteuning van ZN
Zorgverzekeraars Nederland gaat in 2025 drie digitale gezondheidsapps (diga’s) voor (zelf)zorg aanvullend aan eerstelijnszorg financieel ondersteunen. Deze apps helpen patiënten laagdrempelig en kunnen inzet van zorg voorkomen. Daarnaast zijn de apps belangrijk voor passende zorg en helpen om hybride zorg te realiseren. Op dit moment worden de apps nog niet voldoende gebruikt en dreigen ze te verdwijnen door het ontbreken van financiering. Met huisartsenkoepels LHV en NHG, branchevereniging InEen en leveranciers wordt samengewerkt aan een structurele oplossing zodat wetenschappelijk bewezen gezondheidsapps blijvend kunnen worden ingezet.
Zorgverzekeraars bieden noodoplossingen na onrust over declaratieregels GGZ
Zorgverzekeraars komen met noodoplossingen voor ggz-zorgaanbieders die vanaf 1 januari 2025 hun zorgnota’s niet meer willen declareren met vermelding van de zogeheten DSM-hoofdgroepdiagnoses en het gb-ggz profiel. De NZa heeft met ingang van dit jaar de verplichting laten vallen om de DSM-hoofdgroepcodes en de gb-ggz profielen op de zorgnota te vermelden. Zorgverzekeraars moeten deze gegevens echter nog steeds ontvangen om de nota’s te kunnen controleren. Ook zijn ze onmisbaar voor een goede werking van de risicoverevening. Sommige zorgaanbieders zijn bang dat zij zonder deze verplichting juridische risico’s lopen als ze deze gegevens doorleveren aan zorgverzekeraars.
Handreiking MGZ biedt startpunt voor regionale samenwerking
Als vervolg op het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) is een Handreiking Samenwerking MGZ ontwikkeld voor de regio’s. De handreiking biedt houvast om regionaal met het convenant aan de slag te gaan: heldere processtappen, wat moet er gebeuren en wie is verantwoordelijk. Het biedt handvatten voor regionale initiatieven en een escalatieroute als het niet lukt om tot regionale afspraken te komen. De handreiking is een waardevolle aanvulling op het convenant, dat landelijke afspraken bevat om de toegang en bereikbaarheid van MGZ voor mensen met een Wlz-indicatie te verbeteren.