Inkoopvisie langdurige zorg voor 2024 en verder krijgt steeds meer vorm
Om de uitdagingen in de langdurige zorg aan te gaan en deze zorg toegankelijk en betaalbaar te houden, werken zorgkantoren aan een nieuw meerjarig inkoopbeleid. Om te komen tot dit inkoopbeleid zijn een gezamenlijke visie, een uniform contracteerproces, een landelijke onderbouwing van de richttariefpercentages en aanvullende inkoopvoorwaarden opgesteld.
Deze onderdelen vormen de uitgangspunten voor het regionale inkoopbeleid dat elk zorgkantoor ontwikkelt. In april worden de inhoud van de landelijke visie en het tariefmodel gepresenteerd aan branche- en cliëntorganisaties.
Het nieuwe inkoopbeleid gaat in op 1 januari 2024 en vervangt het huidige landelijke inkoopkader dat eind 2023 afloopt. Het nieuwe inkoopbeleid geeft zorgaanbieders voor een langere periode duidelijkheid over de beweging waar zorgkantoren de komende jaren in de regio op inzetten. De afgelopen maanden hebben de zorgkantoren de uitgangspunten voor de gezamenlijke landelijke visie en hun individuele regionale beleid ontwikkeld. Branche- en cliëntorganisaties, zijn op diverse momenten meegenomen. In april worden de inhoud van de landelijke visie en het tariefmodel aan hen gepresenteerd. De zorgkantoren leggen nu de laatste hand aan het meerjarig regionaal inkoopbeleid. Op 1 juni wordt door ZN de landelijke visie gepubliceerd. De zorgkantoren publiceren op deze datum hun regionale inkoopbeleid.
Duurzame toegang tot langdurige zorg
In de inkoopvisie staat de duurzame toegang tot langdurige zorg centraal. Zorgkantoren zijn ervoor verantwoordelijk dat de langdurige zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit blijft. Door de toenemende zorgvraag en de schaarste in personeel en financiële middelen, wordt dit een steeds grotere uitdaging. Er is gezamenlijk gekeken naar oplossingen die aansluiten bij landelijke programma’s en akkoorden, zoals WOZO, IZA en het bestuurlijk akkoord gehandicaptenzorg. De zorgkantoren constateren dat een andere kijk op de inzet van zorg nodig is. Dit geldt voor alle drie de zorgsectoren in de langdurige zorg: verpleging & verzorging, gehandicaptenzorg en langdurige GGZ. Zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan en een passend aanbod voor kwetsbare groepen zijn de basis voor de beweging naar een andere kijk op de zorg. Per sector is deze visie uitgewerkt. Daarbij wordt aan de hand van vier thema’s de beweging gestimuleerd. De vier thema’s zijn: kwaliteit, innovatie, verduurzaming en bedrijfsvoering.
Rol van het zorgkantoor
Zorgkantoren pakken regie om de langdurige zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Het is nodig om deze uitdaging samen met de zorgaanbieders aan te gaan. Bijvoorbeeld door met zorgaanbieders in gesprek te gaan over passend aanbod en kwaliteit, het verbinden van (regionale) partijen en het delen van goede voorbeelden, het informeren van cliënten over wat zij mogen verwachten binnen de langdurige zorg en door in contractafspraken te sturen op de beweging. Bij de overheid blijven zorgkantoren onder andere aandacht vragen voor het maken van duidelijke keuzes over wie toegang houdt of krijgt tot de langdurige zorg, de realisatie van voldoende capaciteit in de verpleegzorg en de noodzaak voor een maatschappelijke campagne omtrent ouder worden.
Gezamenlijk model voor tariefonderbouwing
Zorgkantoren hebben de opdracht om de zorg doelmatig in te kopen en vinden het belangrijk om passende tarieven af te spreken. Zij hebben daarom gezamenlijk een transparant tariefmodel opgesteld voor de onderbouwing van de tarieven. In het eigen inkoopbeleid werken de zorgkantoren de tariefsystematiek verder uit. Dat geeft ruimte voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio. Uit het gezamenlijke model volgen de volgende richttariefpercentages per sector: V&V 95,5%, gehandicaptenzorg 95.7% en GGZ 95.9 %. De richttariefpercentages per sector zijn nadrukkelijk geen gemiddelde, minimum, basis of maximum. Ze vormen wel het uitgangspunt voor de tariefstelling door zorgkantoren in de regio.
Zorgkantoren zijn op dit moment bezig met het vaststellen van het beleid. De informatie in dit artikel is daarmee onder voorbehoud. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Meer informatie over de inkoopvisie en de totstandkoming ervan, staat in dit eerder verschenen nieuwsbericht.
Uitgelichte artikelen

Zorg en Zekerheid bestaat 200 jaar
Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid bestaat op 14 februari 200 jaar. Zorgverzekeraars Nederland feliciteert Zorg en Zekerheid van harte met dit jubileum.

Zorgverzekeraars bieden noodoplossingen na onrust over declaratieregels GGZ
Met update 13 februari 2025
Zorgverzekeraars komen met noodoplossingen voor ggz-zorgaanbieders die vanaf 1 januari 2025 hun zorgnota’s niet meer willen declareren met vermelding van de zogeheten DSM-hoofdgroepdiagnoses en het gb-ggz profiel. De NZa heeft met ingang van dit jaar de verplichting laten vallen om de DSM-hoofdgroepcodes en de gb-ggz profielen op de zorgnota te vermelden. Zorgverzekeraars moeten deze gegevens echter nog steeds ontvangen om de nota’s te kunnen controleren. Ook zijn ze onmisbaar voor een goede werking van de risicoverevening. Sommige zorgaanbieders zijn bang dat zij zonder deze verplichting juridische risico’s lopen als ze deze gegevens doorleveren aan zorgverzekeraars.

Zorgverzekeraars: betere wachtlijstinformatie voor ggz-zorg is noodzakelijk voor mensen die zorg nodig hebben
Om een volledig beeld te krijgen bij de omvang van het aantal wachtenden en de bijbehorende wachttijden voor ggz-zorg is het van groot belang dat zoveel mogelijk ggz-zorgaanbieders, goede en betrouwbare wachttijdinformatie aanleveren bij de NZa.