Medicijntekorten hebben mondiale oorzaken; ZN roept op tot gezamenlijke aanpak
Het geneesmiddelentekort is een wereldwijd probleem, dat volgens cijfers van het CBG uit maart 2024 voor 96 procent als belangrijkste oorzaken heeft: problemen met de productie, de wereldwijde stijgende vraag naar medicijnen en problemen met de planning en distributie. Oplossing van dit probleem is een 'veelkoppig monster’, waaraan alle betrokken partijen hun steentje bij moeten dragen. Recentelijk wijzen partijen in de media met enige regelmatig naar zorgverzekeraars als hoofdschuldige aan de medicijntekorten. Dat is onterecht en daarom willen we graag tekst en uitleg geven.
Preferentiebeleid is niet de oorzaak
Het is in Nederland een hardnekkig misverstand dat het inkoopbeleid (preferentiebeleid) van zorgverzekeraars medicijntekorten veroorzaakt. Sterker nog, met het preferentiebeleid maakt de individuele zorgverzekeraar afspraken met leveranciers over aan te houden voorraden en biedt het ook leveringszekerheid. Als er een tekort aan een preferent middel is, dan halen de zorgverzekeraars het uit het preferentiebeleid. Dit is recentelijk gebeurd met een aantal antibiotica.
Daar waar hun preferentiebeleid mogelijk tekorten in de hand werkt of verergert, passen zorgverzekeraars dit aan. Dit is recentelijk gedaan, branche breed en samen met de leveranciers. Zo is de duur van de contractering van leveranciers verkort, zodat andere leveranciers een kans krijgen een preferent middel te leveren. Ook hebben zorgverzekeraars afgesproken om en om aan te besteden, dus niet tegelijkertijd. Om dezelfde reden.
Meer geld lost niets op
Deze maatregelen lossen het medicijntekort niet op, daarvoor is de invloed van het inkoopbeleid te marginaal. Maar meer geld lost het ook niet op. Als geld het probleem wel zou zijn, dan was er al lang een oplossing gevonden. Van de zorgkosten in Nederland gaat 10 procent naar medicijnen. Door het preferentiebeleid gaat er jaarlijks naar schatting tussen 600 miljoen tot 800 miljoen euro naar de premiebetalers, in de vorm van een lagere premie. Dit is geld dat voorheen naar apothekers, leveranciers en fabrikanten ging. Meer betalen betekent dus ook weer hogere premies. En die zijn al hoog.
Vergelijking met buitenland
Voor wat de vergelijking van de tekorten in het buitenland betreft: alle landen hebben tekorten, ook al kennen ze daar geen preferentiebeleid. De vergelijking gaat vaak mank: elk land hanteert zijn eigen wijze om tekorten te registreren. Ook prijzen zeggen niets. In Spanje zijn de prijzen laag en de voorraden groot. Zo werd in de uitzending van Radar afgelopen maandag de vergelijking gemaakt tussen Denemarken en Nederland: in Denemarken zijn 22 gerapporteerde tekorten, in Nederland meer dan 2300. Dit lijkt een bizar verschil, maar het heeft vooral te maken met het registratiesysteem en wanneer je iets als een tekort registreert; kortom, welke definitie van een tekort gehanteerd wordt. In Nederland legt KNMP elk doosje vast; De IGJ meet bijvoorbeeld alleen dat wat echt niet beschikbaar was en komt over het jaar 2023 tot 46 middelen.
Prijzen in Nederland
De prijzen van geneesmiddelen in Nederland worden bepaald door vraag en aanbod. Dit wil zeggen dat de zorgverzekeraars deze prijzen niet vaststellen, maar het zijn de fabrikanten die voor een door henzelf bepaalde prijs intekenen op een aanbesteding. En, het gaat om nettoprijzen, die zijn via openbare informatie heel moeilijk internationaal vergelijkbaar.
Geneesmiddelentekort mondiaal en complex probleem
Kortom, het geneesmiddelentekort is mondiaal een groot en zeer complex probleem. De oplossing ervoor ligt ook op internationaal gebied. Wij steunen een onderzoek in Europees verband naar verplaatsing van fabrieken naar Europa om de kwetsbaarheid van de keten te verminderen. In Nederland willen zorgverzekeraars samen met alle betrokken partijen op zoek naar nieuwe oplossingen en roepen hen daarom op: stop met vingerwijzen, stap over je eigen (financiële) belangen heen en laten we samen de patiënten helpen. Want met de gespannen geopolitieke verhoudingen in de wereld, en de veroudering van de bevolking (niet alleen in Nederland), is de verwachting dat de tekorten zullen toenemen. En daar zit niemand op te wachten.
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (cbg-med.nl) heeft in hun jaarrapportage Meldpunt geneesmiddelentekorten en – defecten een infographic opgenomen over leveringsproblemen in 2023. Dit geeft de situatie goed weer.
Uitgelichte artikelen
Gewijzigde rekenmodule Wlz
In het gesprek met de cliënt over zorg thuis, gebruiken zorgaanbieders de Rekenmodule Wlz als hulpmiddel. Met de rekenmodule beoordelen zorgaanbieders en zorgkantoren of zorg doelmatig en verantwoord wordt ingezet. De afgelopen jaren is de Excel van de rekenmodule complexer geworden en moeilijk te onderhouden. Daarom is vanaf 1 januari 2025 een gebruiksvriendelijkere online rekenmodule beschikbaar.
Zorgverzekeraars vergoeden medisch noodzakelijke mineralen-geneesmiddelen ook in 2025
Zorgverzekeraars vergoeden ook volgend jaar een aantal zogeheten mineralen-geneesmiddelen vanuit de basisverzekering. Het gaat om kaliumcitraat, magnesiumcitraat, magnesiumgluconaat, magnesiumlactaat en zinksulfaat (zogeheten mineralen), die een groep patiënten niet als voedingssupplement maar als geneesmiddel gebruikt. Dit betreft alleen de bereidingspreparaten en niet de merkproducten Magnence en Magemedi.
Pgb op maat vanaf 2025 voor budgethouders
Vanaf 2025 nemen zorgkantoren contact op met de pgb-beheerder over een budget afgestemd op de zorg die nodig is. Dit heet pgb op maat.