Algemene zorgen financiële ontwikkelingen zorgsector en impact op transformaties.
Zorgverzekeraars Nederland herkent de conclusie in de brief van NVB en NBA dat de zorgsector, net als andere sectoren in Nederland, te maken heeft met hoge energiekosten, inflatie en arbeidsmarkttekorten.
De zorgverzekeraars herkennen zich echter niet in het geschetste beeld dat in algemene zin de
continuïteit van zorg gevaar loopt als gevolg van deze ontwikkelingen. In de gesprekken met
zorginstellingen én GGZ‐instellingen zijn de uitdagende (economische) omstandigheden, hoge
energiekosten en inflatie en ook de uitkomsten van CAO overleggen uitvoerig onderwerp van gesprek. Wij menen dat met de voorliggende contractafspraken de continuïteit van zorg wordt geborgd. Zorgverzekeraars hebben natuurlijk oog voor de specifieke (financiële) situatie van zorginstellingen. Wanneer in individuele gevallen maatwerk nodig is, dan proberen zorgverzekeraars oplossingen aan te dragen. Zo hebben zorgverzekeraars o.a. naar ziekenhuizen met financiële problemen de helpende hand uitgestoken.
Gezien de ernstige schaarste aan personeel in de zorg en de oplopende kosten, nu en in de toekomst, werkt de sector aan belangrijke transformaties om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden voor iedere ingezetene. De zorgakkoorden IZA, WOZO en GALA geven daar richting aan. Deze transformaties en bijbehorende randvoorwaarden vragen de inzet van alle zorgpartijen en moeten samen gerealiseerd worden. De banken zijn zeer bepalend voor het creëren van randvoorwaarden.
De brief toont betrokkenheid en onderschrijft onze gezamenlijke verantwoordelijkheid in het realiseren van deze opdracht. Ik roep u dan ook op verder te gaan dan alleen het signaleren van uw zorgen. Zorgverzekeraars en de banken, als respectievelijk inkopers van zorg en financiers van investeringen, delen de verantwoordelijkheid de benodigde transformaties in goede financiële banen te leiden. Voor ons geldt dan nog als aanvullende opdracht de kosten voor de premiebetaler hanteerbaar te houden.
Zorgen GGZ
De invoering van een nieuw bekostigingsmodel (het Zorgprestatiemodel – ZPM) en de voortgang van de implementatie daarvan in de GGZ is gedurende geheel 2022 onderwerp van gesprek geweest in diverse bestuurlijke overleggen tussen de Nederlandse GGZ, ZN, NZa en het ministerie van VWS. ZN herkent het signaal dat de transitie van DBC’s naar het zorgprestatiemodel in de uitvoering bij GGZ‐instellingen veel voeten in de aarde heeft gehad. Een recente inventarisatie (dd. 15 maart) onder alle zorgverzekeraars toont ons dat de genoemde implementatie‐ en opstartproblemen inmiddels grotendeels verholpen zijn.
Declaraties over 2022 worden inmiddels in rap tempo ter facturering aangeboden en de verwachting is dat de meeste GGZ‐instellingen de achterstanden begin april hebben ingehaald. Instellingen waar sprake is van facturatie achterstanden na deze datum, betreffen individuele en specifieke gevallen, waar maatwerk op van toepassing is. Gedurende de hele transitieperiode hebben zorgverzekeraars gezorgd voor een adequate liquiditeitspositie van de GGZ‐instelling middels bevoorschotting. Er zijn in 2022 een tweetal door ZN geïnitieerde onderzoeken uitgevoerd (april en oktober), door een extern onderzoeksbureau, om de door DNGGZ benoemde omzetuitval en kostenproblematiek beter te kunnen duiden in aard en omvang. Daarnaast heeft de NZa in het voorjaar 2023 op basis van deze onderzoeken een traject gestart om vast te stellen of een tussentijdse tariefsaanpassing noodzakelijk is. Daarover wordt in juni 2023 meer
duidelijk. Wij zijn hier nauw bij betrokken.
Wij interpreteren de brief als een belangrijk signaal dat accountants en banken zeer betrokken zijn bij de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Wij hebben de NVB en NBA uitgenodigd met ons hierover nader van gedachten te wisselen, ook over de rol van de banken in de transformatie van de zorg.
Dirk Jan van den Berg,
Voorzitter Zorgverzekeraars Nederland